Zeevruchten Laksa.

 

   * 500 gr. verse kreeftgarnalen,

* 1 eetl. koenir,

   * 500 gr. filet van witvis,

* 1 theel. sambal oelek,

   * 150 gr. so-oen,

* 1 theel. trassie,

   * 1.5 lt. visbouillon,

* 1 theel. koenjit,

   * 4 lente-uitjes,

* 2.5 dl. santen,

   * 1 serehstengel,

* 1 1/2 kopje kropsla in dunne reepjes.


    Pel de garnelen en maak ze schoon. Snijd de visfilets in blokjes van 2 cm. Was de lente-uitjes en snijd ze     in ringetjes. Laat de so-oen ca. 10 minuten weken in heet water, giet ze af en laat ze goed uitlekken.     (evt. iets kleiner knippen). Verwijder de harde bovenkant van de sereh en plet hem met de stamper van     de vijzel.

 

   De visbouillon samen met de lente-uitjes, sereh, koenir, sambal, trassie en koenjit aan de kook brengen    en ca. 3 minuten laten sudderen.
   Voeg de garnalen, vis en santen toe en laat nog ca. 2 minuten sudderen. Verwijder de sereh.

 

   Serveren: Een beetje kropsla en so-oen op een bord doen en de soep erover schenken.                     

   (Voor 4 personen)