Pindang Kuning. (Vis in het zuur)

 

   * 1 of 2 verse makrelen,

* 2 grote tomaten,

   * 1 grote ui,

* 6 stengels selderij,

   * 4 tot 6 teentjes knoflook,

* 1 bouillontablet,

   * 2 plakjes laos,

* 1 theel. aromat,

   * 1 stengel sereh,

* 3 theel. asem,

   * 2 plakjes djahé,

* 2 theel. zout,

   * 1/2 theel. kunir,

* 2 eetl. olie.

   * 1 citroen,

 


   Maak de makrelen schoon en snijd ze in moten van ongeveer 3 cm. Maak de selderij schoon en snijd ze    fijn. Wrijf de vis in met asem en zout. Pel de laos en de djahé en hak ze fijn. Schil de knoflook en hak ze    fijn. Pel de tomaten verwijder de pitjes en snijd ze in stukjes. Ui en knoflook fijnsnijden en met de laos, de    djahé, de knoflook en de kunir fijnwrijven in de vijzel. Fruit dit mengsel in de olie en op het laatst de    tomaten toevoegen.

   Daarna 1/2 l. water, citroensap, de bouillontablet, de aromat, de in stukken van ong. 6 cm. gesneden    sereh toevoegen en aan de kook brengen: de smaak moet zout-zuur zijn. Laat de moten vis een tiental    min. zachtjes meekoken en voeg er de laatste minuten de fijngesneden selderij aan toe. In plaats van    vis kunnen ook krabbetjes gebruikt worden. Vervang de kunir in dat geval door een rode lombok.

   Let op: de kooktijd van krabbetjes is langer.