|
Nasi
Minyak. (Gekruide rijst)
|
* 2½ kg
rijst, |
* 1
pandanblad, |
|
* 1 grote ui, |
* 2 dl. dikke santen, |
|
* 3
sjalotjes, |
* 7 eetl.
kristalsuiker, |
|
* 19 kleine teentjes
knoflook, |
* 3 eetl.
zout, |
|
* 1 ananas, |
* 1 l
water, |
|
* 1 grote rijpe
tomaat, |
* ½ l plantaardige
olie, |
|
* 5 stukjes djahé van ca.
5 cm, |
* 3 eetl. rundervet.
|
Voor het
specerijenmengsel:
|
* 3 theel.
ketoembar, |
* 3
steranijs, |
|
* 1 eetl. witte
peper, |
* 7
kardemompeulen, |
|
* 2 eetl. zwarte
peper, |
* 1
kaneelstokje, |
|
* 1 theel.
djinten, |
* 3
foelie. |
|
* 2 theel.
anijszaad, |
|
Was de rijst goed, laat
deze ongeveer 1 uur in het water staan en daarna uitlekken.
Snijd de gepelde
sjalotjes, ui en knoflook in dunne plakjes. Schil de ananas en de djahé, rasp
deze afzonderlijk van elkaar, knijp ze uit en bewaar het vocht.
Vermeng voor
het specerijenmengsel alle specerijen.
Snijd de tomaat in kleine stukjes en
wrijf deze in een vijzel fijn tot een pasta. Doe deze in een pan met het water,
het pandanblad en het specerijenmengsel. Kook dit alles tot er 2 dl water over
is. Zeef dit en bewaar het vocht. Bewaar de uitgezeefde specerijen.
Verhit
de olie in een wok en fruit hierin de sjalotjes en de knoflook in circa 3
minuten lichtbruin. Doe de ui, het tomaten-specerijenvocht, het vocht van de
ananas en djahé, de santen, de suiker en het zout erbij en breng dit alles aan de
kook.
Doe de rijst en het rundervet in de pan en draai zodra de inhoud
begint te koken het vuur laag, laat de rijst in 10 tot 15 minuten droog en
halfgaar koken Stoom hem daarna in ongeveer 30 minuten in een stoompan gaar.
|
|
|
|
