Orem
Orem. (Tahu, tempé en garnaaltjes
in pittige kokosmelksaus)
* 1 blok tempé
(ca. 500 gr.), |
* 2 dl. water,
|
* 1 blok tahu (ca. 500
gr.), |
* zout, |
* 3
stervruchten, |
* 1 theel.
ketumbar, |
* 2 bosuitjes,
|
* 1/2 thee.
kristalsuiker, |
* 3 rode
lomboks, |
* 3
kemirinootjes, |
* 3 groene
lomboks, |
* 1 schijfje kentjoer van
ca. 2 cm, |
* 1 schijfje laos van ca.
3 cm, |
* 3 teentjes knoflook,
|
* 3 djeroek
peroetblaadjes, |
* 5
sjalotjes, |
* 150 gr. gepelde kleine
gamalen, |
* 7
rawits. |
* 2 dl. dikke santen, |
|
Pel de sjalotjes en de
knoflook en hak ze fijn. Was de rawits en hak ze fijn. Schil de kentjoer en hak
hem fijn. Wrijf voor de kruidenpasta de kemirinootjes met de ketumbar en
kristalsuiker in een vijzel fijn. Voeg de sjalotjes, knoflook, rawits en
kentjoer toe en wrijf alles fijn. Snijd de tahu en de tempe in kleine blokjes.
Snijd de bosuitjes grof en de stervruchten in plakjes. Verwijder de steeltjes en
de zaadjes van de rode en groene lomboks en snijd het vruchtvlees grof. Schil en
kneus de laos. Kook de tahu en de tempé ongeveer 5 minuten in een pan met het
water, de kruidenpasta, de djeroek peroetblaadjes en de laos. Voeg de
garnaaltjes, de rode en de groene lomboks, de stervruchten, de bosuitjes, de
dikke santen en zout naar
smaak toe en laat alles zachtjes in ongeveer 6 minuten gaar koken.
|