Soto Kudus. (Kippensoep uit Oost-Java)
* 1
kippenbout van ca. 1/2 kg, |
* 5
kemirinoten, |
* 1
stukje laos van 4 cm, |
* 1
theel. suiker, |
* 1
lt. water, |
* zout, |
* 3
djeroek peroet blaadjes, |
* sap
van 1 limoen, |
*
50 gr. taugé, |
* 1/2
theel. peper, |
* 3
sjalotjes, |
*
1 theel. ketjap manis, |
* 1
takje selderieblad, |
*
1 eetl. gefruite uitjes, |
*
3 teentjes knoflook,
|
* 3
eetl.plantaardige
olie. |
*
1 stukje djahé van 4 cm,
|
|
Pel de ui en de knoflook en hak ze fijn. Schil de laos
en de djahé. Verwijder zoveel mogelijk
de groene vliesjes en de bruine staartjes van de taugé,
spoel ze schoon en blacheer ze
even-
tjes met kokend water, goed laten uitlekken. Hak
de selderie grof. Rooster de kemirinoten in
een
droge koekenpan en hak ze fijn.
Wrijf
de kemirinoten fijn in de vijzel. Kneus de djahé en
rooster hem circa 2 minuten op het vuur
in
een pan.
Doe
de laos met het water, de kippenbout en de djeroek peroet
in een pan, breng alles aan de
kook
en laat het op een laag vuur ongeveer 45 minuten trekken
tot de kip gaar is en de bouillon
tot
ongeveer 1/2 liter is ingekookt. Haal de kip uit de
pan en trek met de vingers het vlees uit el-
kaar
tot reepjes.
Verhit
de olie in een wok en smoor hierin de sjalotjes, de
knoflook, de kemirinootjes en de djahé
3
minuten. Doe dit alles bij de bouillon in de wok, voeg
de suiker, zout naar smaak en de peper
en
breng alles aan de kook.
Verdeel
in soepkommen de taugé, de reepjes kip en het selderieblad,
giet de bouillon erover,
besprenkel
met limoensap en ketjap en bestrooi de soep met de gefruite
uitjes. (Mild gerecht
voor
4 personen).
|