Jukut
Ulih. (Taugé en kousenband in pittige
kokossaus)
* 250 gr.
kousenband, |
* 3
salamblaadjes, |
* 150 gr. taugé,
|
* 1 1/2 dl dikke santen, |
* 3
sjalotjes, |
* 5 eetl. plantaardige
olie, |
* sap van 1
limoen, |
*
zout. |
Voor de
kruidenpasta:
* 1 teentje
knoflook, |
* 3
kemirinootjes, |
* 1 rode
lombok, |
* 1 theel. trasi
bakar, |
* 7 rawits, |
* 1 stukje kentjoer van
ca. 2 cm. |
Snijd de kousenband in
stukjes van 3 cm. Was de taugé en verwijder de groene vliesjes en bruine
staartjes. Blancheer de kousenband 4 minuten en de taugé 3 minuten in kokend
water met zout. Giet ze af, dompel ze kort in koud water en laat ze uitlekken.
Pel de sjalotjes en snijd ze in dunne plakjes. Pof de kemirinootjes in een droge
koekepan. Wrijf voor de kruidenpasta de kemirinootjes met de trasi in een
vijzel fijn. Pel de knoflook en hak hem fijn. Was de lombok en de rawits en hak
ze fijn. Hak de kentjoer klein. Voeg de knoflook, lombok, rawits en kentjoer toe
en wrijf alles fijn. Verhit de olie in een wok en fruit de sjalot krokant;
laat ze op keukenpapier uitlekken. Fruit de kruidenpasta in dezelfde olie.
Voeg het limoensap, de salamblaadjes, de santen en zout naar smaak toe en laat dit ongeveer 5 minuten
koken. Verdeel de groenten op een schaal, giet de saus erover en bestrooi het
geheel met de gefruite sjalot.
|