Ikan
Boemboe Santen. (Gebakken vis in
kokossaus)
* 4
kleine makrelen of rode ponen, samen ca.
1 1/2
kg. gefileerd, |
*
1 eetl. fijngewreven djahé,
|
* 2
eetl. citroensap, |
* 1
theel. sambal oelek, |
* 1/2
theel. zout, |
* 1
theel. gula djawa, |
* 1
1/2 dl. arachideolie, |
* 1
eetl. ketjap asin, |
*
2 grote uien,
|
* 2
dl. dunne santen, |
*
2 teentjes knoflook,
|
*
1 dl. dikke santen,
|
Spoel de visfilets af met kpud water
en dep ze droog met keukenpapier. Meng het zout met
het
citroensap
en blijf roeren tot het zout is opgelost. Bestrijk de
vis hiermee en laat ze een kwartier-
tje
liggen. Pel de ui en de knoflook en hak ze fijn.
Verhit
2 eetlepels olie in een wok en fruit de uien goudbruin,
voeg dan de knoflook en djahé toe
en
schep alles goed om. Voeg dan de sambal, de gula djawa,
de ketjap en de dunne santen
toe.
Breng
alles onder voortdurend roeren aan de kook. Temper de
warmtebron en laat alles 5 minuten
zachtjes
doorkoken.
Schenk
de resterende olie in een pan. Maak de filets opnieuw
droog en bak ze in de hete olie snel
aan
allebei de kanten goudbruin. Laat ze even uitlekken
op keukenpapier en leg ze dakpansgewijs
op
een voorverwarmde schaal.
Voeg
de dikke santen
toe aan de hete saus en breng alles onder voortdurend
roeren opnieuw aan
de
kook. Giet de kokende saus over de filets. Serveer met
witte rijst. (Voor 4 personen, mild gerecht.)
|