Oedang
Tjoeka Moster. (Garnalen met boontjes
en mais in zure mosterdsaus)
* 400
gr. gepelde garnalen, |
* 150
gr. sperziebonen, |
* zout, |
* 150
gr. maiskorrels, |
* 2
theel. gula djawa, |
* 1
eetl. fijngehakte djahé, |
* peper, |
* 2
eetl. Franse mosterd, |
* 2
eetl. citroensap, |
* 1
dl. azijn, |
* 24
zilveruitjes, |
*
1 eetl. maizena. |
Maak de boontjes schoon, haal ze af
en snijd ze in stukjes van 2 1/2 cm. Bestrooi de garnalen
met
wat
zout en peper en besprenkel ze met citroensap. Laat
ze gedurende tenminste 10 minuten staan.
Schep
ze van tijd tot tijd even om.
Breng
3 deciliter water aan de kook. Voeg 1/2 theelpel zout
en de gula djawa toe. Doe dan de
zilveruitjes
en de bonen erin. Kook alles gedurende 5 minuten. Voeg
dan de maiskorrels en de djahé
toe.
Schep alles enkele malen goed om en laat het nog 2 minuten
zachtjes doorkoken.
Vermeng
de mosterd met de azijn en voeg dit onder voortdurend
roeren bij de maizena. Schenk het
mengsel
bij de inhoud van de pan en blijf roeren totdat een
lichtgebonden saus is ontstaan. Laat
alles
nog ongeveeer 2 minuten zachtjes doorkoken.
Voeg
dan de garnalen toe en laat alles opnieuw aan de kook
komen. Serveer hierbij drooggekookte
rijst.
(Voor 8 personen, mild gerecht).
|