Rawon
Makasar. (Gekruide garnalen met boontjes)
* 400
gr. verse garnalen, |
* 1/2
theel. koenjit, |
* zout, |
* 1/2
theel. gula djawa, |
* peper, |
* 1
theel. sambal trassie, |
* 2
eetl. citroensap, |
* 2
salamblaadjes, |
* 3
eetl. olie, |
*
200 gr. sperziebonen, |
* 2
grote uien, |
*
12 voorjaarsuitjes,
|
*
1 teentje knoflook,
|
*
2 dl. water,
|
* 1/2
theel. ketoembar, |
*
2 eetl. ketjap manis.
|
Pel de uien en de knoflook en hak
ze fijn. Maak de sperziebonen schoon, haal ze
af en snijd ze
in
stukjes van ca. 2 1/2 cm. Maak de voorsjaarsuitjes schoon
en snijd ze in stukjes van 2 1/2 cm.
Bestrooi
de garnalen met wat zout en peper en besprenkel ze met
citroensap. Laat ze ongeveeer
10
minuten staan.
Verhit
de olie in een wok en fruit hierin onder voortdurend
omscheppen de uien totdat ze wat kleur beginnen
te krijgen. Voeg de knoflook toe. Schep alles opnieuw
om en doe dan de ketoembar,
koenjit,
gula djawa, sambal en salamblaadjes erbij. Schep opnieuw
alles goed om en doe dan de sperziebonen
erbij.
Voeg
dan 2 deciliter kokend water toe en leg een deksel op
de wok. Laat alles gedurende 5 minuten zachtjes
doorkoken. Schep daarna de voorjaarsuitjes erdoor en
voeg de ketjap toe.
Breng
alles opnieuw aan de kook en doe de garnalen erbij.
Dien het gerecht op in een voorverwarmde
schaal zodra de garnalen warm zijn geworden. Verwijder
de
salamblaadjes. Garneer het gerecht eventueel door in
plakjes gesneden komkommer erbij te
leggen.
Tip:
Geef apart hierbij drooggekookte rijst en eventueel
een eiergerecht. Zet voor de liefhebbers
een
flesje met ketjap en een klein kommetje sambal trassie
op tafel. (Voor 4 personen).
|