Udang
met Djahé. (Garnalen met gember)
* 675
gr. gepelde gamba's, |
*175
gr. taugé, |
* 2
1/2 cm. djahé, |
* 2
eetl. ketap manis, |
* 2
teentjes knoflook, |
* snufje
zout, |
* 2-3
lente-uitjes, |
*
1 theel. suiker, |
* 1
prei,
|
*
2 eetl. plantaardige olie. |
* 115
gr. doperwten,
|
|
Schil de djahé en hak hem fijn. Pel
de knoflook en hak ze fijn. Hak de lente-uitjes fijn.
Was
de prei en snijd hem in zeer dunne ringetjes (alleen
het witte gedeelte). Verwijder
zoveel
mogelijk de bruine staartjes en groene vliesjes van
de taugé, was ze en laat goed
uitlekken.
Wrijf de djahé en knoflook fijn in de vijzel.
Verhit
de olie in een wok en roerbak de garnalen 2-3 minuten.
Haal ze uit de wok en zet
ze
apart.
Verhit
de olie opnieuw en voeg de djahé en de knoflook toe.
Roer snel en voeg de lente-uitjes,
prei
en doperwten toe. Roerbak het geheel 2-3 minuten.
Voeg
de taugé en de garnalen toe. Roer de ketjap, suiker
en zout erdoor en roerbak alles
2
minuten. Dien het gerecht meteen op.
Serveer
de garnalen apart of met gekookte rijst of eiermie.
Variatie:
Gebruik schoongemaakte garnalen, mosselen of pijlinktvis
in plaats van gamba's.
Gebruik
1-2 fijngehakte stengels serlderij in plaats van lente-uitjes.

|