|
Be
Siap Mesisit. (Heet
gekruide kip)
|
* 1 hele kip
van ca. 1 kg |
* 3
eetl.plantaardige olie, |
|
* 3 eetl.
gesmolten gula djawa, |
* 8
kemirinootjes, |
|
* 10
rawits, |
* 3
salamblaadjes, |
|
* 7
sjalotjes, |
* 2 stengels
sereh, |
|
* 7 teentjes
knoflook, |
* 1 stukje
kentjoer van ca. 2,5 cm, |
|
* 1 stukje laos
van ca. 4 cm, |
* 2 stukjes
koenjit van ca. 4 cm. |
Voor de saus:
|
* 4 rode
lomboks, |
* 1 tomaat,
|
|
* 5
sjalotjes, |
* 1 theel.
trasi, |
|
* 3 teentjes
knoflook, |
* 2 theel.
limoensap. |
Maak de kip schoon en
snijd deze aan de buikzijde doormidden over de lengte. Maak de rawits schoon.
Pel de sjalotten en de knoflook. Schil de kentjoer, de laos en de koenjit en hak
ze fijn. Knip het bovenste deel van de sereh plet hem met de stamper van de
vijzel en leg er een knoop in. Wrijf de rawits, de sjalotjes, de knoflook, de
laos, de kemirinootjes, de kentjoer en de koenjit fijn in de vijzel.
Meng er de
gula djawa door. Verhit de olie in de wok en fruit het kruidenmengsel met het
salamblaadje en de sereh. Laat het kruidenmengsel afkoelen. Verwarm de oven voor
op 180 °C. Wrijf de kip van binnen en van buiten in met het kruidenmengsel. Leg
haar op een rooster en schuif deze boven in een braadslee in de oven. Rooster de
kip in circa 1 uur gaar; keer haar regelmatig.
Verwijder het kippevel, neem
het vlees van het karkas en snijd het in fijne reepjes. Pel voor de saus de
sjalotjes en de knoflook, maak de lomboks schoon; snijd ze fijn. Maak de trasi
fijn en snijd de tomaat in smalle partjes. Verhit een beetje olie in de wok en
fruit alles circa 5 minuten. Vermeng het kippenvlees met het resterende
kruidenmengsel, de saus en het limoensap en voeg zout naar
smaak toe.
|
