Daging
Besengek. (Kruidige
vleesschotel)
* 400-500
gr. magere runderlappen, |
* 2
tot 3 eetl. sambal oelek, |
* 2
middelgrote uien, |
* 1
theel. laos, |
* 1 prei, |
* 1
serehstengel, |
* 4
teentjes knoflook, |
* 1
theel. gula djawa, |
* 4
kemirienoten, |
* 3
eetl. citroensap, |
* 1
stukje trassie zo groot als een erwt, |
* 2
dl. ketjap manis, |
* 2
theel. ketoembar, |
*
zout, |
* 1 theel. djinten,
|
* 2 dl. santen,
|
* 1/2 theel. koenjit,
|
* 6 eetl. olie.
|
Snijd het vlees in blokjes van ong.
2 1/2 cm. Pel de ui en de knoflook en snipper ze fijn.
Snijd de prei overlangs doormidden
en snijd ze in (halve) ringetjes, was ze goed en laat
goed uitlekken. Rooster de kemirienoten
in een droge koekepan en hak ze fijn. Verwijder de harde
bovenkant van de serehstengel, plet
hem met de stamper van de vijzel en leg er een knoop
in.
Wrijf
de ui, knoflook, kemirie, trassie, ketoembar, djinten,
laos en koenjit fijn in de vijzel.
Verwarm
de helft van de olie en bak daarin het fijngewreven
kruidenmengsel onder geregeld omscheppen
goudgeel. Voeg sambal, en gula djawa toe en doe de rest
van de olie in de pan.
Laat
de olie warm worden en voeg het vlees toe. Laat
het vlees aan alle zijden dichtschroeien. Voeg het citroensap, de
serehstengel en de santen toe en laat het vlees
op een laaggedraaide warmtebron
zonder deksel op de pan
gaar worden (dan kan de saus inkoken). Controleer na ongeveer 1 uur of het vlees
gaar is. Voeg op het laatst de prei toe en laat even
meesudderen
Laat
het vlees nog wat langer stoven als dit niet het
geval is en voeg dan wat warm water of santen toe.
Proef
het gerecht en voeg naar smaak ketjap en evt. zout toe.
|