Kurmah. (Lamsvleesschotel)

        

   * 500 gr schapenbout, ontbeend,

* 6 dl santen,

   * 2 eetl. schapenvet,

* zout,

   * 2 middelgrote uien,

* ½ dl tamarindewater,

   * 4 teentjes knoflook,

* 4 theel. ketoembar,

   * stokje kaneel van 5 cm,

* ½ theel. djinten,

   * 2 kruidnagelen,

* 1 theel. witte peperkorrels,

   * 3 gekneusde kardemompitten,

* 2 eetl.gepelde amandelen.

   * 1 serehstengel,

.


   Snijd het vlees in dobbelsteentjes van 5 cm. Pel de uien en snijd ze in ringen. Halveer de groene lomboks    en haal het zaad eruit. Blacheer de amandelen. Pel de knoflook en kneus ze. Knip het bovenste harde    gedeelte van de sereh stengel eraf, plet hem met de stamper van de vijzel en leg er een knoop in. Wrijf de    ketoembar, de djinten, de peperkorrels en de amandelen fijn in de vijzel. Verwarm het vet in een pan met    dikke bodem. Fruit de uien en knoflook goudbruin. Voeg de kaneel, de kruidnagelen, de kardemonpitten    toe en fruit die even mee. Voeg de fijngestampte ingrediënten toe en fruit deze mee tot de olie er begint    uit te vloeien.

   Voeg het vlees, de sereh, pepers en zout toe. Bak dit 2 minuten op hoog vuur en temper het vuur    vervolgens. Laat het gerecht 5-6 minuten stoven met het deksel op de pan. Schenk de santen erbij en    zet het vuur hoger. Blijf roeren tot de saus gebonden is en laat het even koken. Temper het vuur daarna    weer. Sudder het vlees gaar onder af en toe roeren. Voeg het tamarindesap toe. Zet de pan van het    vuur als de saus is ingedikt.

   Serveer het gerecht heet met gekookte witte rijst of brood.