Lapis
Bengala. (Gekruide gebakken runderlappen)
*
500 gr. runderlappen, |
*
1 schijfje laos, |
* 1
ui, |
* 1
serehstengel, |
* 6
teentjes knoflook, |
* nootmuskaat, |
* 1/4
blok santen, |
* peper, |
* 1
eetl. ketjap, |
* zout, |
* paar
eetl. bouillon,
|
*
stukje trassie,
|
* olie, |
*
3 djeroek peroetblaadjes,
|
*
1 schijfje djahé,
|
*
1/2 dl. water.
|
Pel de ui en hak hem fijn. Pel de
knoflook en hak ze fijn. Schil de laos en de djahé en
hak ze fijn.
Verwijder
de harde bovenkant van de serehstengel, kneus hem met
de stamper van de vijzel en
leg
er een knoop in.
Wrijf
de djahé, de laos, nootmuskaat, peper, zout en trassie
fijn in de vijzel.
Wrijf
de runderlappen in met het fijngewreven kruidenmengsel.
Braad ze bruin in de olie, voeg de
ui
en de knoflook toe en bak dit even mee. Voeg het water,
de ketjap, de sereh en de djeroekperoet blaadjes
toe en kook het geheel met de bouillon. Leng de santen
aan met warm water. Voeg dit vervolgens
toe aan het vlees en laat het gerecht sudderen tot het
gaar is. Als het gerecht te droog
wordt
eventueel wat water toevoegen. (Voor 4 personen, mild
gerecht.)
|