Rawon
Surabaja. (Gekruid gesmoord rund/schapevlees)
*
500 gr. rund- of schapenvlees (met vet randje), |
* 1
theel. koenjit, |
* 2
eetl. olie, |
* 1
theel. laos, |
* 1/2
lt. water, |
* 2
theel. gula djawa, |
* 1
flinke ui, |
* stukje
asem ter grootte van een walnoot, |
* 2
teentjes knoflook, |
* 1 serehstengel, |
* 3
kloewaknoten, |
* 3
djeroek peroetblaadjes, |
*
1 theel. trassie,
|
*
1 eetl. ketjap,
|
* 2 theel. ketoembar,
|
* zout.
|
Pel de ui en de knoflook en hak ze
fijn. Verwijder de harde bovenkant van de serehstengel,
kneus
hem met de stamper van de vijzel en leg er een knoop
in. Snijd het vlees in flinke
dobbelstenen.
Kook
het vlees half gaar in het water met wat zout. Wrijf
de ui, knoflook, trassie, ketoembar,
laos,
koenjit, gula djawa en asem fijn in de vijzel.
Kraak
de kloewaknoten ( op de manier van een walnoot), haal
de pitten eruit en wrijf ze fijn
met
een beetje kokend water. Zeef ze en voeg het papje toe
aan het fijngewreven kruiden-
mengsel.
Roer dit alles goed door elkaar.
Fruit
het fijngewreven kruidenmengsel in wat olie. Wanneer
de uien geel zijn kan het halfgare
vlees
toegevoegd worden met het water waar het vlees in gekookt
heeft. Voeg de djeroek peroet
en
de serehstengel toe. Maak het gerecht af met ketjap
en laat het zachtjes smoren tot het vlees
gaar
is.
|