Smoor Djawa.  (Javaanse gestoofde runderlappen)

        

   * 500 gr. sukadelappen met klein randje vet,

* nootmuskaat,

   * peper,

* 2 kruidnagels of ½ tl kruidnagelpoeder,

   * 2 eetl. ketjap,

* 2 dl water,

   * vingerlengte verse djahé of 2 theel.djahé,

* mespuntje suiker,

   * sap van een ½ citroen,

* 1-1 ½ bouillonblokje,

   * 4 kleine uien,

* 60 gr boter.

   * 1 teentje knoflook,

 


   Pel de uien en snijd ze grof. Pel de knoflook en snipper deze fijn. Wrijf de knoflook, de verse djahé, of de    djahépoeder fijn in de vijzel.Meng ze met ketjap, citroen- sap, kruidnagel, peper, nootmuskaat. Smeer het    vlees hiermee in. Bruin de boter in een braadpan en braad het vlees gedurende 10 minuten aan beide    zijden bruin op een middelhoge warmtebron. Los intussen het bouillonblokje op in heet water en schenk    dit met de uien en een mespunt suiker bij het vlees. Draai de warmtebron laag en roer de smoor djawa    om. Laat het vlees met het deksel op de pan in 60 minuten gaar stoven. Keer het zo nu en dan en voeg,    als het vocht te veel indampt, wat heet water toe. Smoor djawa moet in veel saus worden opgediend.    Serveer de smoor djawa met witte rijst, atjar, of lange repen verse komkommer en in schijfjes gesneden    tomaat. Geef er kroepoek en eventueel sambal oelek bij.